1 december 2024
roergebied
De peetouders van ons nieuwst nummer #47 Confabulaties namen dus grondig alle teksten door en kozen daarbij hun favoriete teksten. We lieten al een favoriet van Pat Donnez op je los: ‘(Blue blind date)’ van Xander Kindt. Zijn andere favoriet? Dat is ‘Vergeet nooit’ van Marcelle Stoutjesdijk!
“Mocht het een roman zijn die in deze dwingende, frenetiek opzwepende staccatokadans was geschreven, ik gaf er na één hoofdstuk de brui aan. Maar deze zeshonderdenvier woorden grijpen je bij je nekvel vanaf de eerste intrigerende zin, Ik ben niet iemand die vergeet, tot de laatste uitdijende vergeet, vergeet, vergeet, alles steeds weer. Daar tussenin word je overgeleverd aan een helse, kortademige roadmovie die noodlottig en larmoyant eindigt. Of toch niet? Lezen we de koortsdroom van een nieuwsverslaafde die door de angst op de hielen wordt gezeten, of zitten we middenin het hectische leven van een jonge ouder die – net als veel van zijn of haar tijdgenoten – opgeslorpt wordt door het krankzinnig makende metro, bulot, dodo? Je zou in al je drukdoenerij haast vergeten dat je je kind in de autostoel hebt achtergelaten.”
‘Vergeet nooit’ van Marcelle Stoutjesdijk
Ik ben niet iemand die vergeet. Ik herinner me altijd om de autostoel naar achteren gericht te plaatsen, de riemen over zijn schouders vast te maken, de binnenspiegels aan te passen, de buitenspiegels, de handrem los te maken voordat ik wegrijd, naar mijn vrouw te zwaaien terwijl ik achterom kijk om te controleren of hij slaapt, soepel de snelweg op te rijden, richting aan te geven bij het wisselen van rijstrook, vloeiend in te voegen vanaf de oprit, de snelheid te verhogen om mee te gaan met het verkeer, de snelheid te verminderen voor langzamer verkeer. Ik zal nooit bumperkleven, zwenken, afdrijven, gevaarlijke manoeuvres maken, iemand blokkeren die wil passeren. Nooit de vluchtstrook gebruiken.
Terwijl ik de parkeerplaats van het kantoor nader, geef ik richting aan, zoek een plekje om te parkeren, zet de motor uit, sluit de ramen, verzamel mijn spullen – laptop, aktetas, oplader, lunch, snacks, sluit de deuren, stap het kantoor binnen, vermijd Mandy van de administratie, controleer mijn e-mails, neem deel aan een vergadering over onze nieuwe lijn ergonomische bureaustoelen, onderhandel over de voorwaarden voor de online verkoop, beheer de opslag, verfijn de logistiek voor tijdige leveringen, stel richtlijnen op voor het afhandelen van klantvragen, geniet van een sandwich met kaas en chutney, een zakje gemengde noten, wat gedroogd fruit, wat chocolaatjes, wat paprika’s met humus en ranchdip.
Een telefoontje van mijn vrouw, ik neem op, ik luister naar haar hysterische, wanhopige stem, spring op, laat mijn telefoon vallen, ren naar beneden, sprint naar de auto, trek aan de hendels, de deuren, trek, trek, trek, ren terug naar boven, pak mijn autosleutels, sprint weer naar beneden, open zijn deur, open alle deuren, staar naar hem, til hem op, houd hem in mijn armen, schreeuw, huil, hap naar adem, smeek om een ambulance, wacht op de ambulance, wacht, wacht, wacht, houd hem steviger vast, knijp hem fermer, draag hem over, kniel op de grond, zak in elkaar.
De handen van mijn collega’s van me afschuddend stap ik in de auto, rijd naar huis, kus haar, kus hem, trek iets comfortabels aan, maak het avondeten klaar, douche of beter nog; neem een bad, lees hem een verhaaltje voor, zing een slaapliedje, zit naast hem, controleer zijn ademhaling, controleer het opnieuw, controleer, controleer, controleer, ga naar beneden, vouw de was, veeg het keukenblad af, doe de binnenverlichting uit, doe de buitenverlichting aan, ga weer naar boven, poets mijn tanden, scrol door het nieuws op mijn telefoon, lees over die sneue man, over dat droevige kind, schud het van me af. Besluit nooit meer het nieuws te lezen voor het slapengaan, dim de lichten, stop mijn hoofd onder het kussen, sluit mijn ogen, woel wat, hoor een zacht gehuil in de verte, lig wakker.
’s Ochtends sta ik op, ga zijn slaapkamer binnen, strijk door zijn haar, ruik zijn geur, wacht tot hij zijn ogen opent, kies zijn geliefde tuinbroek, selecteer zijn favoriete trui, plaats zijn autostoeltje achteruit, maak de riemen vast over zijn schouders, stel de spiegels af, zwaai naar mijn vrouw, rijd soepel de snelweg op, trap het gaspedaal diep in, slinger, drift, maak zwenkbewegingen, blokkeer iedereen die wil inhalen, rijd rechtstreeks naar kantoor, glimlach naar Mandy, sluit mezelf op in mijn kamer, bestel een pizza, trek een biertje open, eet, drink, laat gore boeren, staar naar buiten, open het raam, zwaai mijn benen over de vensterbank, glij uit, val, tuimel, stort neer, denk aan elk detail van de dag ervoor, vandaag, morgen, voor altijd, bots met mijn hoofd tegen de stoep, raap mezelf op, rijd naar huis, kus haar, kus hem, kruip in bed, vergeet, vergeet, vergeet alles steeds weer.
Lees je graag de andere gedichten en verhalen in dit nummer? Koop #47 Confabulaties in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch dit nummer toegestuurd als welkomstexemplaar!
Marcelle Stoutjesdijk (1985) is een Nederlandse schrijfster en studente aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze haar master Redactie volgt. Haar fictie is gepubliceerd in verschillende tijdschriften, zoals Five on the Fifth, Hollands Maandblad, Kluger Hans en DW B, en recentelijk verscheen ze ook op BBC Upload. Momenteel woont ze in Delft en werkt aan een novelle-in-flash.
DIT BERICHT DELEN