11 juni 2024
roergebied
Meter Astrid Haerens kiest voor gedichten en een kortverhaal. Haar eerste favoriete tekst is het poëtische tweeluik ‘Confrontaties’ van Maartje Franken.
“In een documentaire zei Marcel Broodthaers eens dat ‘poëzie de gewoontes verstoort in een wereld waar men poogt alles te verklaren, alles te ordenen’. Althans, zo meen ik het me te herinneren. Goede gedichten laten zien dat de ruimtes die ze vormen niet enkel aangenaam of troostrijk maar ook of net juist oncomfortabel, tochtig en ongemakkelijk kunnen zijn. Zo ook in ‘Confrontaties’ van Maartje Franken. Haar tweedelig gedicht voelt tijdens het lezen steeds meer aan als een benauwende kamer, niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk: zelfs het blad is te krap voor de voorlaatste regel. ‘Je wil iets uitdrukken / met je handen’, schrijft ze. De regels van dit gedicht roepen machteloosheid en woede bij me op, de tekst schippert tussen verdriet en horror. Die horror geeft me tegelijk goesting om verder te lezen en dit dierennummer van Kluger Hans dicht te klappen en ver weg te leggen. Gelukkig las ik verder. Het gedicht ontregelt en bruskeert, slaat en zalft, zoals, volgens Marcel en volgens mij, goede poëzie doet.”
‘Confrontaties’ van Maartje Franken:
I
misschien niet het besef laten landen dat de hond op je for-you-page eigenlijk
een Japanse man in een hondenpak is. hij rolt over het gras en je wenst
een hond met rare ogen de realiteit in.
misschien: geen groot dier zien sterven. geen zwaar vlees geen vliegen niet het woord: kadaver.
of de zoon van je oude wiskundeleraar; hoe hij verdween in Peru en tot op heden
niet gevonden is. misschien denk je niet na over open zee. of stoffelijk overschot en
wat daarvan overblijft wanneer het kale hoofd van een geliefde kapot spat tegen een spoor.
je wil iets uitdrukken
met je handen – misschien iets bolvormigs en omvangrijks – maar je kan er de juiste wijdte
niet voor blootleggen.
je vindt jezelf;
in een hobbywinkel sta je oog in oog met een gezichtsloos stokpaard.
II
er bestaan krengenwagens voor grote dode beesten. die laten zien
dat het dendert; soms allemaal een grote lompe bedoeling is
je kijkt een filmpje over een freak-accident op een waterglijbaan waarin iemand zijn hoofd verliest.
je graaft per ongeluk je gestorven konijn op uit de moestuin.
je herkent iets: in jezelf, in je vrienden, in de grijns van een opgezette vos in de slaapkamer van een familielid.
het dendert.
Benieuwd naar de rest van het nummer? Koop #46 Het Dier in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch #46 Het Dier toegestuurd als welkomstexemplaar!
Maartje Franken (2000) woont in Nijmegen en studeert Psychologie. Ze schrijft vooral proza, waarmee ze eerder verscheen in onder andere Op Ruwe Planken, Kluger Hans, De Optimist, en Notulen van het Onzichtbare. Ook verscheen ze op diverse podia, waaronder op Kunstnacht Nijmegen, het Nieuwe Types festival en het Inscience Filmfestival. Daarnaast is ze enthousiast redactielid bij Op Ruwe Planken.
DIT BERICHT DELEN