3 juni 2020
roergebied
Peter Joost Oomen koos twee favoriete teksten uit #38 Het belang van het irrelevante. De eerste tekst die we op je los laten is ‘Roze’ van Anne Broeksma. Je kon Anne al aan het werk horen tijdens de lancering van #38 op 27 mei. Toen kregen enkele auteurs de kans om van zich te laten horen op radiozender urgent.fm. De lovende woorden van Joost over ‘Roze’:
Ik ben dol op gedichten met lange opsommingen en dit is in die categorie een buitengewoon geslaagd exemplaar. Het lijkt een beetje op het lied ‘Pink’ van Aerosmith (ook bekend in de uitvoering van Janelle Monae), maar Anne geeft zoveel gouden zinnetjes meer dan de liedjes. ‘Ik ben 99% roze met een oog erin’ en ‘Roze loopt als een vochtig varkentje door de straten.’ Uit een wirwar van pinktax, tong, huid en de kringloop stelt Anne een prachtig gedicht samen.
Roze
De plastic spatel van de Hema.
De jurk van de actrice op het strand.
Vaatdoekjes en mijn tegenzin en de dageraad.
Alles wat huiselijkheid moet uitstralen
of het juist moet doorbreken.
De letters op het glanzende omslag,
de verpakking van vochtige doekjes,
vibrators, inlegkruizen.
De strik om de nek van een knuffel
die in een steegje naast het vuilnis staat.
Roze zijn mijn darmen
en mijn buitenkant
en mijn lippen.
Ik ben 99% roze met een oog erin.
Roze is geboorte, opgroeien
en ook ziek zijn is roze,
van een diepere soort.
Roze is jongens en meisjes,
kinderen en bejaarden.
Roze loopt als een vochtig varkentje door de straten.
Het spint en snurkt en snuift,
zoekt naar een ingang en wil bij ons wonen,
onder een dekentje kruipen.
We kunnen het de toegang niet weigeren.
De optelsom van al mijn ijverige bloedlichaampjes.
De conclusie waar alle kunstenaars
die naar mensen kijken in verdwijnen.
Wat er bij de stort, de kringloop, het museum staat.
Door fabrieken en genieën uitgespuugde,
aangevoerde en weer afgevoerde intimiteiten.
Roze is wat ik probeer te vermijden,
een schaamte die zich schaamt voor de schaamte.
Vooruit, hier ben ik dan. Met m’n roze.
Roze is alles wat ik ooit gevoeld heb en tot uitdrukking
bracht terwijl ik mijn mond opende, met mijn tong
langs mijn gehemelte streek.
Het zit in me, ik voel het in beweging komen.
Alsof het op zoek is naar stukjes onafgedekte huid.
Meestal gaat het goed, is er niets aan de hand.
Soms gutst het over de randen
of hebben we er te weinig van,
maar dan worden we weer aangevuld
of afgekloven. Er is altijd precies genoeg roze
om het netjes te houden.
Roze is keihard werken.
Roze is pompen.
Ik kan wel ophouden nu.
Alles wat ik ooit gezegd wilde hebben: roze.
Lees ook ‘Bewaaradvies’ van Anne Broeksma in #38 ‘Het belang van het irrelevante’.
DIT BERICHT DELEN