5 november 2021
roergebied
Esohe Weyden met #41 Gêne.
Na een het prijsgeven van een van de favoriete teksten van meter Lies Gallez uit #41 Gêne, is meter Esohe Weyden aan de beurt. Zij werd gegrepen door ‘Achtuurjournaal’ van Gaël van Heijst en had er het volgende over te zeggen:
“Ik vraag me af of er mensen zijn die nog nooit op een verlaten parkeerterrein zijn terechtgekomen. Niet per ongeluk, maar omdat het leven je daartoe heeft gedwongen. Om even na te denken en af te koelen. Om met je vader rijlessen te volgen en voor je het weet rollen de tranen over je wangen. Om in volle paniek je gps in te stellen omdat je verdwaald bent geraakt. Waarom link ik verlaten parkeerterreinen altijd met dramatische gebeurtenissen? Gaat daar iemand écht zonder enige vorm van drama of ontsnappingsdrang naartoe? In dit gedicht is het de toon waarop het achtuurjournaal vertelt over ons lijk dat gevonden werd net buiten het dorp. En hoewel ik thuis zit met een warme pluizige badjas aan, slaagt Gaël van Heijst erin om mij meteen mee te nemen naar dat ene parkeerterrein waar ik nog nooit ben geweest. Ik moet zeggen dat de beelden die hij schetst blijven hangen. Ik hoop dat ik later nog het onderscheid zal kunnen maken tussen mijn eigen herinneringen en dit prachtige gedicht.”
Je leest het gedicht onder de foto!
Achtuurjournaal
Net buiten het dorp wordt ons lijk gevonden.
De toon waarop het achtuurjournaal erover vertelt
dwingt ons naar de rand van een parkeerterrein
van een leeggelopen kerkgebouw. Niet om te schuilen
tussen de muren maar om te parkeren middenin witte lijnen
die liever idealen dan autozijdes flankeren.
Het is te vroeg om het verschil
tussen een silhouet en omlijning te worden.
Ergens fotografeert iemand zoutvlekken
op de buitenkant van flatgebouwen
in de hoop hun doeleinden te achterhalen.
Niet elke ketting kent zijn schakels
maar inhaken scheelt reistijd. Ontdek
nuances in de volgorde van krantenkoppen, zoals:
‘Uit schrik draait de hond
zijn hoofd in de schoot van de man.’
en ‘De man schoot in de hond
draait zijn hoofd van de schrik uit.’
Overzees verschijnen studies over de gelijkenis tussen ons
hersenvlies en het cambium van sommige boomsoorten.
‘Wat halen wij nou uit op een dag?’
Je vormt een kring in het vocht op de ramen
en sluit af met een prop van medeklinkers.
Gaël van Heijst (°1990) groeide op tussen twee dialecten in West-Zeeuws-Vlaanderen. De liefde (voor de natuur) bracht hem naar Gelderland. Aan de rand van de Veluwe ontwerpt hij interactieve diensten voor de kost. Het liefst begeeft hij zich tussen de woorden of de groenten in zijn moestuin. Hij bracht in juni 2021 zijn debuut Twijfelweefsel uit. Zijn werk was eerder te vinden op Meander en Het Gezeefde Gedicht.
Wil je dit gedicht graag ook op papier om je collectie mee te vervolledigen? Dat kan! Koop #41 Gêne in onze webwinkel of in een van deze boekhandels. Of word abonnee, dan krijg je automatisch #41 Gêne toegestuurd als welkomstexemplaar. Dat is meteen ook de beste manier om ons te steunen.
DIT BERICHT DELEN